De Nederlandse overheid zou de minimale snelheid voor het mobiele internet moeten verplichten. Dit laten onderzoekers weten aan staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken.
Minimale verplichte minimumsnelheid
Mobiel internet is over het algemeen in Nederland al flink snel en kennen we een goede dekking in ons land. Toch zijn er plekken in ons land waar de dekking en de snelheid de wensen overlaat. Een reden hiervan kan zijn dat deze locaties voor providers niet rendabel zijn om hier de snelheid te verhogen. Dit moet met de komende veiling door het Nederlandse kabinet worden aangepakt.
Uit het onderzoek, wat is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, blijkt dat Nederland een minimumsnelheid voor mobiel internet moet verplichten. Deze verplichting zou in moeten gaan op het moment dat de veiling begint voor de 5G-frequenties. Volgens Mona Keijzer van EZ kan snel internet via een mobiele aansluiting (en tevens ook vaste aansluiting) als basisbehoefte gezien worden.
Als het aan de onderzoekers ligt komt de minimumsnelheid in 2022 op 8 Mbps te liggen, op het slechtste punt van het netwerk. In 2026 zou deze snelheid opgehoogd kunnen worden naar een minimum van 10 Mbps. Deze minimumeis is uitzonderlijk hoog voor internationale begrippen. In Duitsland wordt bijvoorbeeld een dekkingseis gesteld van 100 Mbps nabij de antenne. Hierdoor is op slechte punten geen minimumsnelheid vastgesteld. De minimumsnelheid voor Nederland kan goed nieuws zijn voor de rest van het land, omdat de snelheid dan verder in het land hoger komt te liggen.
Momenteel is deze snelheid niet op alle plekken beschikbaar. Hoewel het ministerie positief op de resultaten heeft gereageerd moet er nog binnen de overheid nog een besluit genomen worden.